https://aaalandje.nl
ambtsmisdrijven grondwet
Ambtsmisdrijven dit zegt de grondwet
Grondwetten zijn niet van poedersuiker. Toch?

Hoe werkt het nu met de aansprakelijkheid van Nederlandse bestuurders en volksvertegenwoordigers bij criminele activiteiten als ambtsmisdrijven? Dat staat duidelijk uitgelegd op denederlandsegrondwet.nl.

ambtsmisdrijven

artikel 119

De leden van de Staten-Generaal, de ministers en de staatssecretarissen staan wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreden terecht voor de Hoge Raad. De opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer.

Ambtsmisdrijven van Tweede en Eerste Kamerleden, ministers en staatssecretarissen worden, ook na hun aftreden, door de Hoge Raad berecht. De opdracht tot vervolging wordt met een koninklijk besluit of met een besluit van de Tweede Kamer gegeven. Een voorbeeld van een ambtsmisdrijf is het bekendmaken van een staatsgeheim of het aannemen van steekpenningen.

Bij de vervolging van ministers en staatssecretarissen is de Wet ministeriële verantwoordelijkheid uit 1855 van toepassing. In 2018 is die wet gemoderniseerd.

Dit artikel heeft twee keer toepassing gehad, maar dat was nog op basis van de bepalingen uit de Grondwet van 1814, die sprak over misdrijven ‘in de waarneming hunner functiën begaan’. Minister Pels Rijcken van Marine werd in 1868 door de Hoge Raad veroordeeld vanwege overtreding van een veterinaire wet. Hij had zijn hond los laten lopen in een gebied waar dat vanwege de veetyphus verboden was. Hij werd daarvoor (bij verstek) door de Hoge Raad tot een boete van tien gulden of een dag gevangenisstraf veroordeeld. Thorbecke werd in 1851 tot een boete veroordeeld voor het niet nakomen van de Militiewet (het niet aanmelden van zijn zoon).

Door Jan-Willem

The Hague bureau chief aaalandje

Geef een reactie